Officieel bericht: bestuurswisselingen

Met het vertrek van voorzitter Gerrit Peekstok, is een begin gemaakt met de bestuurswisseling binnen Jong Havenvereniging. Na jaren van samen verder bouwen aan de club, worden het komende jaar de meeste taken overgedragen aan andere leden. Om dit geleidelijk te laten verlopen, dus een voor een, is een bewuste keuze. Zo wordt er gezorgd dat er wordt voortgezet wat de afgelopen zes jaar is opgebouwd.

Op 26 mei 2014, tijdens de Algemene Ledenvergadering van Havenvereniging Rotterdam, heeft Gerrit Peekstok het voorzittersstokje overgedragen aan Cherry Almeida. Gerrit richtte in 2008, samen met drie anderen, Jong Havenvereniging op. In de afgelopen zes jaar heeft de havenclub zich enorm ontwikkeld. Zo staat er sinds een aantal jaar een compleet en gevarieerd programma op de rol. Maar ook zijn bepaalde activiteiten uitgegroeid tot ware tradities, waaronder Jong Haventalent, Mainport Meewerkdagen en RTM Port Party. Opvolgster Cherry is trots dat zij de volgende voorzitter is: ,,Het is mijn intentie om wat Gerrit heeft bedacht, alleen maar grootser en sterker neer te gaan zetten.’’

Met deze voorzitterswisseling is de functie van secretaris vrijgekomen en deze wordt nu vervuld door het nieuwe bestuurslid Elias Becker. Ook Maarten Molhoek is nieuw in het bestuur. Hij bekleedt de nieuw gevormde functie Externe betrekkingen & Sponsoring.
De sponsoring werd voorheen geregeld door Flip Harmsma. Hij was in september al terug getreden. Ook Rogier Jansen, verantwoordelijk voor de evenementen, is eerder dit jaar gestopt met zijn werkzaamheden.

Inmiddels ziet het bestuur er als volgt uit:
Cherry Almeida – voorzitter
Elias Becker – secretaris
Daan Vroom – penningmeester
Jurre Goedendorp – evenementen
Martine Hoenderop – evenementen
Ellen Hamelink – communicatie / vicevoorzitter
Sjoerd de Jager – MMWD / hbo in de haven
Maarten Molhoek – externe betrekkingen & sponsoring

Met de twee nieuwe bestuursleden gaat het bestuur van Jong Havenvereniging als hecht team verder. Hoewel de nieuwe bestuursleden vol met goede, nieuwe ideeën zitten, waar gretig gebruik van gemaakt gaat worden, blijven de basisbeginselen van de vereniging overeind. De activiteiten hangen samen met de gedachte: boeien, binden en behouden. Zo is het programma een mix van onder andere netwerkborrels, masterclasses, interessante excursies en grote feesten.

YMR is kickstart voor je carrière!

Niet alleen Jong Havenvereniging wil jongeren warm maken voor een baan in de haven en ze daarna, door allerlei interessante en leuke activiteiten te organiseren, behouden voor Rotterdam. Ook Stichting Nederland Maritiem Land streeft hiernaar.

Afgelopen studiejaar heeft deze organisatie voor het eerst gewerkt met jonge ambassadeurs. Onder de naam ‘Young Maritime Representative’ waren de studenten Coen en Michelle hun boegbeeld. De ‘Young Maritime Representatives’, kortweg YMR’s, waren regelmatig aanwezig bij maritieme evenementen en activiteiten en te gast bij bedrijven. Naast de belangrijke rol die de ambassadeurs speelden, heeft het Coen en Michelle ook veel gebracht: een breed inzicht in de sector en een kickstart voor hun maritieme carrière.

Nu is Nederland Maritiem Land op zoek naar nieuwe ambassadeurs. Dus ben jij student en zit je in het (voor)laatste jaar van een maritieme MBO, HBO of Universitaire studie, dan kan jij de nieuwe Coen of Michelle zijn! Bekijk hun persoonlijke oproep op maritimebyholland.nl en geef je op als YMR! Dat kan tot 15 juli 2014. Tip: speel je in de kijker door iets ludieks te posten over de maritieme sector of jouw opleiding via Facebook of Twitter @MbH_YMR en #YMR.

TOP programma event ‘hbo in de haven’

De Rotterdamse haven is op de onderwijsagenda gezet! Dat is reden voor een feestje… Zeker ook voor de leden van Jong Havenvereniging! Op woensdag 11 juni 2014 vindt het ‘hbo in de haven TOP event’ plaats. Dat wordt een spetterende afsluiting van een vierjarige, intensieve samenwerking tussen de Rotterdamse hogescholen en de haven.

Het Beste Havenidee, Pressure Cooker, het LAW-event en vele excursieprogramma’s zijn hieruit voort gekomen, maar niet in de laatste plaats heeft Jong Havenvereniging hieraan bijgedragen met de activiteiten Mainport Meewerkdagen, verkiezing Jong Haventalent en de Masterclasses.

Op 11 juni staat er onder andere een havenarbeidsmarktdebat, de finale van het Beste Havenidee en de hbo in de haventour met Twan Huys en Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam op het programma. Meer informatie en aanmelden kan op www.hboindehaven.nl/inschrijven/. Overigens is de organisatie nog op zoek naar enthousiastelingen die ’s ochtens de studenten van het Beste Havenidee willen helpen om hun idee verder te brengen. Tijdens een mini Pressure Cooker moeten zij aan de slag om de ideeën nog scherper te maken. Check hiervoor www.bestehavenidee.nl.

Eerste havenontbijt smaakt naar meer!

3d printing zorgt voor digitale revolutie en nieuwe handelsverhoudingen 

De ontvangstzaal op het RDM-terrein in Heijplaat zat op woensdag 7 mei vol met vroege vogels, die het eerste Havenvereniging-ontbijt wilden meemaken. In dit jubileumjaar georganiseerd om de bedrijfsleden van de Havenvereniging in het zonnetje te zetten. En dat viel, mede door de prima verzorging, duidelijk in de smaak. De kans is dan ook groot  dat er een jaarlijkse traditie is geboren. De Europese Verkiezingen stonden centraal met een mini-discussie tussen PvdA-gemeenteraadslid Leo Bruijn en VVD-Euro-kandidaat Caroline Nagtegaal-Van Doorn over Rotterdam en Europa, maar het hoofdthema van de ochtend was 3d printing.

Het decor was het imposante terrein van de voormalige scheepswerf, dat nu RDM Campus heet en eigendom is van het Havenbedrijf Rotterdam. Een verzamelplek van MBO- en HBO-opleidingen van het Albeda College en Hogeschool Rotterdam, die samenwerken met bedrijven, die het technisch onderwijs een impuls willen geven door het ontwikkelen van nieuwe producten. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten. Jongeren en bedrijven leren van elkaar en dat kan innovatieve produkten maar ook werkgelegenheid opleveren. Talloze bedrijven werken op de RDM Campus al samen aan tal van projecten.

Makerspace
Ook maritieme ondernemingen als Boskalis, Damen, IHC Merwede, Imtech, Huisman, Van Oord en Ampelmann. Dat laatste bedrijf is in 2003 ontsproten uit een afstudeeropdracht aan de TU Delft. Het maakt inmiddels met succes een platform op hydraulische cilinders, dat meedeint op de golven, waardoor het op volle zee mogelijk wordt om van een schip, via een stabiele loopbrug over te stappen op een windmolen. Ampelmann heeft nu honderd man in dienst en is bezig met een forse uitbreiding op de RDM Campus. Ook andere bedrijven hebben een eigen ruimte gehuurd in het RDM Innovation Dock, andere maken gebruik van de faciliteiten zoals 3d printen. 

RDM Makerspace  een bedrijf dat eigendom is van Vincent Wegener en Jurjen Lengkeek, is gespecialiseerd in het geven van las- en houtbewerkingscursussen en 3d-workshops aan bedrijven hobbyisten, maar ook scholieren. Een techniek die dertig jaar geleden werd ontwikkeld door de Amerikaan Chuck Hull, maar pas de afgelopen vijf jaar een stormachtige ontwikkeling heeft doorgemaakt, bevestigt Wegener tijdens zijn presentatie. “We staan aan de vooravond van de derde industriële revolutie, de digitale”, weet hij.

Wegener vervolgt: “RDM Makerspace werkt als een sportschool. Je wordt lid en dan kun je hier met de spullen van Albeda en de Hogeschool lassen, houtbewerken, maar ook 3d printen. Bedrijven gebruiken het om te testen of iets werkt, of om een klant veel beeldender inzicht te geven aan wat voor oplossing je zit te denken. Dat werkt beter dan een tekening. Ze kunnen het echt vasthouden”.

Rekenkracht
Het is volgens Wegener een voorbode voor wat ons staat te wachten. 3d printers zijn inmiddels betaalbaar en ze kunnen steeds meer. Bovendien komt de software in toenemende mate binnen bereik van de consumenten.

Wegener: “Bepalend voor de ontwikkeling is snelheid en rekenkracht. Kijk naar de smartphones van nu, die kunnen net zoveel als de supercomputers van vroeger. Protheses, beugels, gehoorapparaten, stoelen, maar ook op maat gemaakte schoenen in de kleur die je zelf wilt, behoren al tot de mogelijkheden. In China worden zelfs eenvoudige huizen met 3d printers gemaakt. Voor ons zijn ze te primitief, maar voor mensen die uit de slumps komen, zijn ze een uitkomst”.

“Denk eens in wat voor impact het hier zal hebben op de bouwwereld en architectuur als we zelf een deel van een huis kunnen bouwen. Ook de race- en vliegtuigwereld past 3d geprinte onderdelen toe. Dat scheelt in het gebruik van brandstof. En vliegtuigen kunnen bijvoorbeeld meer lading meenemen. De onderdelen zijn niet alleen lichter, maar ook goedkoper en relatief snel gemaakt. De tijd dat een turbine of een andere machine niet gebruikt kan worden, vanwege een reparatie neemt enorm af. En tijd is geld”.

De revolutionaire techniek heeft nog wel wat hobbels te overwinnen. Zo is het combineren van grondstoffen bij het printen, slechts sporadisch mogelijk. Verder moet het uitgeprinte model nog een nabehandeling ondergaan, zijn er voor een hogere productie veel printers nodig en is er wat kwaliteitseisen betreft nog nauwelijks iets geregeld.

Printtechnieken
3d printing werkt vrij simpel. Een digitaal bestand wordt omgezet naar een tastbaar object. Het object wordt door de 3d printer laagje voor laagje opgebouwd. Tegenwoordig kun je veel materialen printen ook in complexe vormen printen zoals, plastic, brons, goud, titanium, roestvrij staal, chocolade, hout, papier glas en keramiek. In de nabije toekomst wordt het printen van organen mogelijk. Er zijn verschillende 3d printtechnieken:

Fused Deposition Modeling
FDM is een techniek waarbij een verplaatsbare spuitmond een lange, dunne draad thermoplastisch materiaal op elkaar legt. Laagsgewijs ontstaat zo een driedimensionaal object. De meeste “thuis”-printers maken gebruik van deze techniek.

Selective Laser Sintering
SLS is een techniek waarbij laagsgewijs kunststof objecten worden opgebouwd door het versmelten van een thermoplastisch (of metaal) poeder. Een laagje poeder wordt telkens op een ander laagje poeder gelegd. Na elke laag wordt de poeder door een laser plaatselijk gesmolten (gesinterd), waardoor het hard wordt en zich mengt met de andere lagen poeder. Dit wordt herhaald totdat een heel object in 3D is ontstaan.

ZCorp 
De techniek van een Zcorp printer is vergelijkbaar met die van SLS. De poederdeeltjes worden niet aan elkaar versmolten door een laser, maar aan elkaar verlijmd met een bindmiddel. Het verschil is dat het toegepaste materiaal beduidend minder sterk is (het beste te vergelijken met gips), maar een voordeel is wel dat je met het 3D printing technologie van ZCorp in full color kunt printen.

Multi Jet Modeling
MJM is een techniek waarbij druppeltjes gesmolten was op elkaar worden gespoten.

Ontwerpers gebruiken deze tamelijk breekbare modellen vooral om complexe vormen te visualiseren. Een wasplotter bouwt laag voor laag het object op. De kop van zo’n plotter kan wel uit 100 individuele wasnaalden bestaan.

Polyjet 
Polyjet spuit laag voor laag minuscule druppeltjes vloeibaar polymeer materiaal op een platform. Elke laag wordt door UV licht uitgehard direct nadat het is neergelegd. Hierdoor hecht het aan andere lagen en wordt het meteen hard. Op plaatsen waar nodig wordt het product ondersteund door een kunststof support materiaal.

Springplank
Hoeveel invloed zal de 3d-ontwikkeling hebben op de vervoersstromen in de wereld van bijvoorbeeld Azië naar Europa en wat gaan de havens ervan merken? Zal Rotterdam bijvoorbeeld een poederhaven worden? En worden de producten straks veel dichter bij de markt gemaakt, of  zal de massaproductie in de lage lonen landen voorlopig in stand blijven? Vragen die door de aanwezigen op de RDM Campus werden gesteld. Dat blijft uiteraard koffiedik kijken, maar het wordt waarschijnlijk eerder actueel dan menigeen denkt. Een besef dat bij de deelnemers, na de uitleg en de rondleiding van de twee initiatiefnemers van RDM Makerspace, groeide.

“Dat het impact zal hebben is wel duidelijk” zegt Sanne Maris, junior adviseur regiomanagement Duitsland en Azië bij het Havenbedrijf Rotterdam. “Dat besef is aanwezig bij het Havenbedrijf. Er wordt over gepraat hoe er op in te spelen. Maar het is niet aan mij om met oplossingen te komen. Daarvoor werk ik er nog tekort”.

“Chinese bedrijven beseffen heus wel dat binnen tien jaar, de goedkope maakindustrie eindigt”, vult Theo Kruithof aan. “De lonen stijgen immers ook daar. Daarom zijn Chinese bedrijven steeds meer actief in Europa. Wij begeleiden hen daarbij. Want Chinezen zijn gewend om in andere verhoudingen te denken. Vandaar dat ze, Hamburg, Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen als één Europese haven- en industrie-delta zien. Maar Nederland wordt door hen wel beschouwd als springplank voor Europa, omdat we een open samenleving hebben, waar het prettig wonen is”.

En de winnaar is… Onno!

Het was een lastige keuze voor de jury van de verkiezing Jong Haventalent. Zo vertelde Lisette van der Pijl op het grote podium in de Lloydzaal van de STC Group, tijdens het Rotterdams Havenevenement op 7 mei. Maar na de filmpjes van de drie finalisten levensgroot op het scherm te hebben bewonderd en nog een laatste pittige vraag van de jury, valt het verlossende woord dan toch; Onno de Jong, onderzoeker bij de Erasmus Universiteit, is hét Jong Haventalent 2014.

V.l.n.r. Jacob Bac, Lisette van der Pijl, Zekiye Yilmaz, Onno de Jong, Karin Kuipers en Mariella Priem

Dat had Onno zelf niet verwacht. ,,Toen ik de oproep voor de verkiezing voorbij zag komen, dacht ik ‘dat is niet voor mij’. Ik zit niet in de haven, maar op de 16e verdieping van een pand dat niet eens uitkijkt op het water. Maar m’n collega dacht daar anders over.’’ Toch is Onno als Haventalent niet vreemd, want al zijn onderzoeken hebben met de Nederlandse zeehavens te maken, en Rotterdam uiteraard in het bijzonder. Daarnaast wil de winnaar het optimisme in de haven terug te brengen. Onno: ,,Ik voel dat er pessimisme heerst, maar dat is nergens voor nodig. Natuurlijk, ik zie ook uitdagingen op dit moment, maar in Rotterdam is er zoveel kennis. Dat wil ik duidelijk maken, immers zijn jongeren de sleutel voor de toekomst. Dus wil ik ook studenten laten zien welke kansen zij in de haven hebben. Ik heb er zin in!’’

Met zijn overwinning liet Onno zijn tegenstanders in de finale achter zich. De jury, bestaande uit Jong Haventalent 2012 Jacob Bac en de finalisten van 2013, Lisette van der Pijl en Mariella Priem, koos uiteindelijk voor hem, ‘omdat hij niet alleen een universitaire visie heeft, maar zeker ook een praktische kant en omdat hij de weg in de haven weet’. Toch hadden ze ook lovende woorden voor de andere twee finalisten. Lisette: ,,In Ebo de Vries van Jules Dock Prototyping zien we een jonge ondernemer met een brede visie, die met passie aan het werk is. Karin Kuipers van Gate terminal kan met haar enthousiaste verhaal zeker jong talent meekrijgen en vooral haar instelling ‘get your hands dirty’ maakte indruk.’’

Rotterdams Havenevenement
De finale van Jong Haventalent was dit jaar onderdeel van het Rotterdams Havenevenement. Tijdens dit gloednieuwe event, dat een initiatief is van STC, Deltalinqs, Jong Havenvereniging en Marine Club Rotterdam, werden maar liefst vier talentprijzen uitgereikt. Zo ging de MCR-prijs, een initiatief van Marine Club Rotterdam, naar een talentvolle MBO’er of HBO’er die een echte ambassadeur is voor de haven. Thijs Scholten ging met deze prijs naar huis. ,,Vanwege zijn excellente werkwijze,’’ lichtte Theo Schut, voorzitter Marine Club toe. De SmartPort Scriptieprijs werd uitgereikt door Paul Smits, CFO van het Havenbedrijf Rotterdam. Dat voelde gek, want de prijs ging naar Rick Jansen, stagiair van… jawel het Havenbedrijf! ,,Veel scripties zijn bruikbaar voor het bedrijfsleven. Dat blijkt, want er waren elf genomineerden. Zij hadden allemaal minimaal een 8. Het aantal pagina’s van je scriptie zegt overigens niets. Van de drie finalisten was Rick, met 73 pagina’s, het kortste van stof,’’ zegt Smits lachend.

De avond werd opgeluisterd met het nodige entertainment, en dat niet alleen, ook moderator John Buijsman (de sullige buurman uit de reclame van een grote doe-het-zelf-keten red.), deed zijn best om van het podium te spatten. Dat werd vooral erg amusant toen de dansgroep X-Gen even zoek was en pas opkwam toen hun nummer al ten einde was. Buijsman ontpopte zich tot breakdancer, althans… een poging tot. Toen het gezelschap uiteindelijk toch ten tonele verscheen, sprak hij ze streng toe. ,,Voortaan moet je op tijd komen. Ik heb al m’n moves moeten weggeven!’’ Wat uiteraard nog meer op de lachspieren van het publiek werkte. Kim – The Voice – de Boer verblijdde de zaal met een naar eigen zeggen ‘toepasselijk nummer’, om vervolgens doodleuk vast te houden aan ‘Now you’re in New York…’ Maar het was allemaal snel vergeten, want er was nog een prijs te vergeven. Die van Havenwerker van het Jaar. Een prijs die er allang had moeten zijn, maar daarmee niet minder sympathiek. De zeer ervaren Fred Goudswaard van Barge Center Waalhaven ging met de nieuwe prijs aan de haal. Volgens zijn directeur Jan Overdevest was het zeer verdiend. ,,Hij is begonnen als leerling containerreparateur. Nu is hij een voorbeeld voor velen.’’

Bekijk alsnog de statements van de finalisten van Jong Haventalent in het promofilmpje!

Car Terminal van Broekman verrast

“Ik wist niet dat hier nog meer gebeurde dan alleen opslag”

Als je met je auto op het punt rijdt waar de N15 overgaat in de A15, kijk je bij de Rotterdam Car Terminal van de Broekman Group, altijd onwillekeurig naar die enorme garages vol met auto’s. Op het grootste parkeerterrein van Nederland is plaats voor zo’n 35 duizend auto’s, waarvan de helft overdekt kan staan.

Jaarlijks worden daar ruim 200 duizend auto’s “behandeld”. Maar dat aantal staat in schril contrast met havens als Zeebrugge en Bremerhaven, die ieder goed zijn voor zo’n twee miljoen auto’s. Wat de laatste haven betreft niet verwonderlijk, want auto’s zijn een belangrijk Duits exportprodukt.

Aangezien er in Nederland alleen in Born bij Ned Car Mini’s  worden geassembleerd, zijn miljoenen auto’s in Rotterdam onhaalbaar. Negentig procent van het aantal verwerkte auto’s bij Broekman komt uit het buitenland. Voor het merendeel uit Azië. Kia, Hyundai en Ssang Yong bijvoorbeeld uit Zuid-Korea. En Mazda, Subaru en Daihatsu uit Japan. Daarnaast worden er auto’s uit de Verenigde Staten richting Rotterdam verscheept. Per spoor en trucks worden ze aangevoerd vanuit de Oost-Europese fabrieken van merken als VW, Skoda, Seat en Suzuki. In Nederland is VW-importeur Pon een klant van Broekman. Verder zorgt Broekman ervoor dat de auto’s die in dat deel van Europa worden gemaakt, naar andere landen op het continent worden getransporteerd. Dat doet Broekman ook vanaf de zusterterminal in het Limburgse Born. Het gaat hier niet alleen om auto’s, maar ook om graafmachines. De Rotterdamse logistieke dienstverlener levert tevens Mercedessen en Brabussen op de juiste plek in China af. 

Toegevoegde waarde
De automerken kiezen voor Rotterdam, vanwege de gunstige geografische ligging, de goede achterlandverbindingen en doordat Broekman faciliteiten heeft om de auto’s land- of dealer specifiek te maken. Iets wat bij de grote andere Europese car terminals aanmerkelijk minder gebeurd. 

Sjors Bosvelt, general manager van Broekman Automotive vertelt: “Wij kunnen zorgen voor de toegevoegde waarde. De instructieboekjes in de auto’s verzorgen en stickers in iedere taal. Maar ook actiemodellen kant en klaar maken door bijvoorbeeld radio, parkeersensoren en navigatie in te bouwen, matten te plaatsen, velgen en de auto te voorzien van stripes. Ook doen we desgewenst de nul-kilometerbeurt of monteren kentekenplaten. Kortom wat een importeur of autoverhuurbedrijf maar wil. Zo kunnen er bij Broekman dagelijks duizend modificaties op de auto’s worden aangebracht”. 


“Europa is voor Azië namelijk een moeilijke markt. Er moet rekening worden gehouden met 27 verschillende landen, met hun eigen taal en met telkens net andere regelgeving. Wij kunnen de rompslomp die dat met zich meebrengt en de logistieke verwerking helemaal uit handen van de klant nemen.” 


Schade
Bosvelt vervolgt: “Als de auto’s hier in Rotterdam aankomen dan worden ze, nadat ze door onze mensen van boord zijn gereden, eerst gecontroleerd op beschadigingen. Dan wordt ook bepaald wie verantwoordelijk gesteld moet worden voor de schade. Het zijn meestal lakbeschadigingen en kleine deukjes. Bij één procent gaat het om grotere schades. Daarna volgt het herstel. Gemiddeld staan de auto’s hier zestig dagen. Als ze afgeleverd moeten worden zijn ze gemakkelijk terug te vinden dankzij het Radio Frequency Identification-systeem dat we gebruiken. Aan iedere auto zit een ‘tag’, die signalen zendt en door middel van een draagbare computer zijn die op te vangen en kunnen we tot op tien centimeter na nauwkeurig bepalen waar de auto staat. Vervolgens gaan de auto’s door de nieuwe veertig meter lange wasstraat, die mechanisch kan poetsen en voorzien is van veel meer wasprogramma’s dan de oude. Bovendien is hij veel milieuvriendelijker, omdat hij automatisch uitgaat als de auto is gewassen. Hier wordt ook het eventueel aanwezige vliegroest met een zuur verwijderd. De wasstraat heeft een capaciteit van 120 auto’s per uur”. 

Oost-Europa
Automotive is één van de vier bedrijfsonderdelen van het 54 jaar oude Broekman. Het werd in 1995 overgenomen van ECT. Broekman houdt zich verder bezig met shipping en logistiek en is agent van diverse rederijen. Broekman is, naast in Europa, actief in India, Singapore en Sjanghai. Het bedrijf telt 750 personeelsleden en heeft een omzet van 200 miljoen euro. Het merendeel van de auto’s dat Broekman in Rotterdam behandeld, wordt per boot aangevoerd. Gemiddeld meert er één schip met 600 tot 1000 auto’s per dag aan de kade van de Brittanniëhaven af. Daarnaast verzorgt Broekman de aflevering van auto’s van een aantal Europese -, zoals VW en Aziatische merken, die in Oost-Europa worden gemaakt. Verder heeft het een carterminal in het Limburgse Born, van waaruit de distributie van een aantal automerken en graafmachines verder Europa in plaatsvindt.
Bosvelt: “We hebben nu in Rotterdam een bezettingsgraad van 60 tot 70 procent. Ondanks alle lichtpuntjes in de Europese economie, trekken de autoverkopen, nog niet aan. In de afgelopen drie maanden zijn autoverkopen met zeven procent gedaald. Auto’s worden technisch beter en worden langer gebruikt. Bovendien liep een aantal gunstige bijtellingsvoorwaarden vorig jaar af, waardoor de aankoop door veel consumenten naar voren is geschoven en dat merk je dit jaar. Er staan hier vooral auto’s voor de particuliere markt, dan ben je dus heel erg afhankelijk van het consumentenvertrouwen. Wat ons betreft mag het economisch herstel sneller gaan. Toch blijven we optimistisch over de toekomst.”.

Rust
“Erg leuk om het allemaal van dichtbij te zien”, zegt Hans Baldee, die vroeger bevrachter vloeibare ladingen was. “Ik ben hier een keer geweest met m’n zoon geweest. Je kon tot aan de kade lopen. Door een beveiligingssysteem als ISPS is dat nu onmogelijk.” Voormalig surveyor Wim van Gemeren, door Baldee overgehaald om lid te worden van de Havenvereniging, zegt: “Vroeger crosste je door heel de haven, maar had je nauwelijks oog voor de omgeving waarin je werkte. Tijdens zo’n excursie heb je de rust om beter te kijken”.Lisette van der Pijl en Joost van der Zon zijn lid van Jong Havenvereniging. Ze zijn beiden geen autofreak, maar vonden het toch interessant. ”Jammer dat het midden op de dag is, want ik weet zeker dat m’n vriend dit heel leuk had gevonden”, zegt Lisette. Ze vervolgt: Ik geef via Port-able social media adviezen aan bedrijven. Hard nodig want het toepassen van social media is in de haven nog niet zo ingeburgerd. Broekman heeft sinds kort de draad weer opgepakt en ik heb aangeboden een gratis workshop te geven. Ik ben benieuwd hoe ze zullen reageren”. Joost, werkzaam als consultant bij Veneficus vult aan: “Ik ben meer geïnteresseerd in de logistieke processen en ik wist niet dat hier nog veel meer gebeurde dan alleen de tijdelijke opslag van auto’s. Heel indrukwekkend!”


Maritieme dienstverleners in Stellendam

Op woensdag 9 april jl. bezochten zo´n 40 leden van onze 75-jarige Havenvereniging de haven van Stellendam op het eiland Goeree-Overflakkee. Leden uit bijvoorbeeld de scheepsverzekeringen, industriële fotografie, op- en overslag, logistiek en distributie en de bouwsector, ondernemers en een enkele gepensioneerde waren van de partij. 

Met behulp van lokale ondernemers kon deze groep kennismaken met de visserijsector en de daarmee verbonden bedrijven. Vrijwel geen van de deelnemers aan deze excursie had vooraf een goed beeld van wat er allemaal in Stellendam aan bedrijvigheid en innovatie te vinden is. Nu konden ondernemingen als Maaskant Shipyards, Padmos en Elektro Westhoeve laten zien welke producten en diensten zij in huis hebben. Ook de visserijschool van het Scheepvaart en Transport college (STC) presenteerde zich aan de deelnemers. Zij liet zien hoe met behulp van een geavanceerde simulator de situatie op bijvoorbeeld een viskotter kan worden nagebootst.

Met een wandeling langs de kade van de binnenhaven konden diverse schepen van dichtbij worden bekeken. In  de bedrijfshal van Elektro Westhoeve kon men met eigen handen voelen hoe de innovatieve techniek van de pulskor voelt. Elektroden in een bak met water zorgen voor lichte elektrische pulsen die een lichte tinteling veroorzaken. Op de zeebodem zorgt dit ervoor dat de platvis opschrikt en zo in het net komt. Hierdoor hoeft de vis niet met zware kettingen opgeschrikt te worden waardoor dankzij de pulskor tot wel 50% brandstof bespaard kan worden. Verder kreeg de groep tekst en uitleg bij de diverse schepen die aan de kade lagen afgemeerd.

Aan het slot van de excursie maakte de groep kennis met de Stellendamse keuken. Een toepasselijk menu met vele visgerechten liet bij alle deelnemers een blijvende indruk achter waardoor zij graag nog eens terugkomen naar Stellendam voor zaken en een lekkere vismaaltijd.

De innovatie en ketensamenwerking maakten indruk. En dat op slechts 20 autominuten vanaf de Rotterdamse haven.

Bekijk ook het hele fotoverslag (48 foto’s) van deze dag op de homepage, én lees hier het stukje dat zelfs in het lokale Eilandennieuws en op een andere website verscheen.

Wybe Zijlstra

 

 

MMWD in spotlight: talentgezocht.nl

Het lijkt nog even weg, maar het is al snel: de Mainport Meewerkdagen van 19 tot en met 23 mei 2014. Het team van Jong Havenvereniging is druk bezig om weer een fantastische week neer te zetten, waarbij studenten een kijkje achter de schermen van de haven krijgen. Dat betekent een hoop werk, maar het levert ook veel op.

Dan maakt het ‘t alleen maar leuker als andere organisaties en media dit oppikken. Zoals talentgezocht.nl. Kijk op hun website voor een leuk artikel over de MMWD.

En meteen maar even een update: het loopt storm voor wat betreft studenten die mee willen doen, dus de MMWD-organisatie zit te springen om enthousiaste havenbedrijven die mee willen doen. Wacht niet te lang!

Lezing Schutrops maakt indruk

Vopak ondanks snelle veranderingen positief over toekomst 

De deelnemers aan de Havenvereniging-excursie naar Koninklijke Vopak, zijn onder de indruk van het bedrijfsrestaurant, waar ze worden ontvangen. Het is modern, maar sfeervol ingericht als een grand café. Er is plek voor het nieuwe werken, voor vergaderen en voor ontspanning. Het is een lunchlocatie voor 450 mensen, maar ook een ruimte waar medewerkers en gasten overdag aan de espressobar terecht kunnen, voor bijvoorbeeld een capuccino en een kleine snack.

Het kantoor van Vopak aan de Westerlaan, dat vroeger toebehoorde aan Van Ommeren, is tussen 2004 en 2012 volledig gerenoveerd, naar een ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau Ector Hoogstad. Het heeft nu twee functies: wonen en werken. Het onderste gedeelte van het complex, bestaande uit een toren en een laagbouwgedeelte, heeft een kantoorbestemming. De oude toren is gerenoveerd en voorzien van een aantal extra verdiepingen en is nu 70 meter hoog. In de bovenste verdiepingen zijn 45 appartementen gerealiseerd. Bovendien is verborgen onder het groen, aan de rand van het Park, een ondergrondse parkeergarage gebouwd.

Rijke historie
Jan Bert Schutrops is vandaag gastheer. De 47-jarige directeur van Vopak Nederland begon in 1990 als management trainee bij Van Ommeren, en was gedurende de eerste elf jaar van zijn carrière in Nederland actief in zeven verschillende functies. Van 2002 tot 2005 werkte hij voor Vopak in Maleisië en van 2005 tot 2010 bij Vopak China. Vier jaar geeft hij nu leiding aan de Vopak divisie Nederland. Hij benadrukt trots te zijn op “zijn” bedrijf. 
Hij wandelt eerst door de geschiedenis van het concern. Want het Amsterdamse Blauwhoedenveem, dat in 1616 werd opgericht, is de oermoeder van Vopak. Het bedrijf slaat dan de goederen, die de VOC importeert, op in pakhuizen. Amsterdam is in die tijd de parel van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. De stad telt aan het einde van de 17e eeuw 200.000 inwoners en dat aantal is vergelijkbaar met het inwonertal van steden als Londen, Napels en Parijs. De importantie van Rotterdam is dan een stuk kleiner. Er is wel sprake van groei, nadat Johan van Oldenbarneveldt, eind 16e eeuw, de aanzet heeft gegeven tot de uitbreiding van de haven. Het inwonertal stijgt in de 17e eeuw van 20 naar 50.000. De Rotterdammers van toen, zitten samengepakt tussen de oude wallen van de stad, in de driehoek Coolsingel, Goudsesingel, Nieuwe Maas. 
In 1818 wordt in de Maasstad veembedrijf Pakhuismeesteren opgericht, dat goederen opslaat, bewaart een aflevert. Het is lange tijd een concurrent van Blauwhoed. Tot de fusie van beide bedrijven in 1967, waardoor Pakhoed ontstaat. 

Grootste ter wereld
Rotterdammer Philippus van Ommeren richt in 1839 het gelijknamige bedrijf op, dat zich ontwikkeld tot specialist in zeescheepvaart, binnenvaart, tankopslag, distributie en als stuwadoor. Het fuseert in 1999 met Pakhoed, waarna het bedrijf verder gaat onder de naam Vopak. Begin deze eeuw stoot Vopak de chemische distributietak en haar schepen af. Vopak specialiseert zich volledig op de tankopslag van vloeibare stoffen, zoals ruwe olie, benzine, diesel, LPG, kerosine en vloeibaar aardgas (LNG), het blenden daarvan en verder de opslag van chemische stoffen, plantaardige olieën en renewables.

Vopak telt momenteel de divisies Azië, China, Noord- en Zuid Amerika, Nederland, Europa, Midden-Oosten en Afrika. Het heeft wereldwijd 79 terminals, met een totale capaciteit van 30 miljoen kubieke meter. Het is hiermee de grootste in zijn branche ter wereld. Nederland maakt wat opslagcapaciteit nog een derde van het Vopak-opslagvolume uit. De oudste nog in gebruik zijnde terminal staat in Vlaardingen en dateert uit 1929. De bezetingsgraad van de terminals is 88%, de omzet 1,3 miljard euro en het EBIT bedraagt 536 miljoen.Het Rotterdamse bedrijf is met name actief op de wereldwijde hublocaties, de plekken waar de internationale handel plaatsvindt. 

Hotel
Rotterdam is uiteraard zo’n hub. Dat komt doordat het de tweede bunkerhaven ter wereld is en een belangrijk handelspunt van olie en gas. Russische olie en gas bestemd voor de Aziatische markt gaat via de Rotterdamse haven. Dat komt door “de drempel” in het Skagerak en doordat de Noordelijke zeeën niet bevaarbaar zijn. Het wordt hier verwerkt tot andere olieproducten, of geblend, of als ruwe olie overgepompt in grotere schepen, die door de grote diepgang van de haven, kunnen aanmeren. En de kosten voor transport wegen niet op tegen de investeringen die nodig zijn om dat in Rusland te doen.
Omdat Rotterdam een energie- en handelscentrum van gas, olie- en olieprodukten is, investeerde Vopak samen met Gasunie 900 miljoen euro in de Gate LNG-terminal. Hier wordt vloeibaar gas opgeslagen en het project past in energiestrategie van ons land. De Gateterminal kan Nederland namelijk een jaar lang voorzien van gas. Daarnaast wordt LNG de nieuwe brandstof voor de scheepvaart, als vervanger van het veel vervuilender gasolie. Schutrops:  ”Wij zijn te vergelijken met een hotel, we verhuren ruimte. We hebben assets waar we produkten blenden, maar waar schepen ook hun lading kunnen lossen en laden, of kunnen doorvoeren via pijpleidingen, andere zeeschepen, binnenvaart, truck en rail”. 

Overcapaciteit
Vopak is een bedrijf met een grote historie, maar ook één met een uitdagende toekomst, houdt Schutrops zijn gehoor voor. Hij vertelt: “Het is namelijk uitgesloten dat we in hetzelfde tempo en hoeveelheid de grondstoffen van moeder aarde kunnen blijven gebruiken. Dat heeft ook forse milieuconsequenties. De wereld moet zich richten op alternatieven en Vopak moet daar op inspelen”. 
Maar dat is het niet het enige waar het bedrijf alert op moet zijn benadrukt Schutrops. Hij vervolgt: “We veronderstellen maar dat de trade doorgaat zonder veranderingen. Dat is uiteraard niet zo. De importantie van Europa vermindert. Weliswaar is Rotterdams-Antwerpen range één  van de grootste enegieclusters  ter wereld en ben ik positief over de toekomst van de Rotterdamse haven”, hoewel Schutrops zich wel afvraagt wat er gaat gebeuren als de ijskappen smelten en de noordelijke routes bevaarbaar worden. Verliest de Rotterdam/Antwerpen-range dan aan importantie?
Schutrops: “Verder kampen de raffinaderijen met een enorme overcapaciteit. Door de crisis, maar ook doordat de vervoermiddelen steeds zuiniger worden. De opslag van die produkten levert Vopak nu geld op, maar als in de toekomst raffinaderijen gaan sluiten, dan gaat Vopak dat voelen”. 
“Bovendien” zegt Schutrops, “richten raffinaderijen zich door die ontwikkeling steeds meer op opslag, omdat ze daar meer mee verdienen en zo worden ze dus een concurrent. Zoals oliehandelaar Vitol. Vroeger een grote klant van ons, maar nu eigenaar van tankopslagterminals, omdat het hebben van een goede locatie veel geld waard is bij verkoop. Wij denken echter met de exploitatie van terminals nog steeds meer geld te kunnen verdienen en bovendien zijn we ten opzichte van Vitol in het voordeel, omdat wij als onafhankelijke dienstverlener, echt onpartijdige adviezen aan onze klanten kunnen geven. Wij zijn er namelijk altijd bij gebaat dat het goed gaat met onze klanten. Oliehandelaar Vitol kan daarentegen naast dienstverlener, ook een keiharde concurrent van een klant zijn”. 
Locatiekeuze
Schutrops wijst erop dat het vinden van een juiste locatie een kunst blijft en uiterst belangrijk is. Hij zegt: “Vergelijk het met een terras op het San Marcoplein in Venetië. De eerste heeft de perfecte plek in de zon, de laatste zit in de schaduw en loopt pas vol als de andere terrassen vol zitten. En een terminal kun je niet even verhuizen. Net zo min als dat je andere produkten in de tanks kunt opslaan, omdat bijvoorbeeld ruwe olie, hele andere eisen stelt aan de tanks, dan chemische stoffen. Zit je fout met je locatie-keuze, dan verlies je veel geld”. 
“Maar daar kunnen ook externe factoren voor verantwoordelijk zijn, zoals politieke besluitvorming, sociale onrust, of bij een conflict tussen landen. Denk bijvoorbeeld aan de spanningen op het Koreaans schiereiland, de Krim en de rest van Oekraïne. De nationalisaties in Venezuela, waar we benadeeld werden. En als bijvoorbeeld de Russische spoorwegen weigeren mee te werken aan een railverbinding vanuit Talin in Estland naar Rusland, dan merken we dat ook. Nog een voorbeeld. De anti-dumpheffing voor goedkope biodiesel uit Argentinië en Indonesië, ingevoerd door de EU om de Franse boeren, die uit raap biodiesel halen, te beschermen. Hierdoor viel de import stil. Onze biodieseltanks staan hierdoor leeg, maar we kunnen en willen daar geen invloed op uitoefenen”. 
En daar blijft het volgens Schutrops niet bij. Hoe gaan straks de energiestromen lopen? En hoe lang rijden we nog op diesel en benzine en wat wordt de rol van de renewables? De Verenigde Staten, de grootste economie ter wereld, is sinds mensenheugenis een grote importeur van brandstoffen. Maar dankzij het schaliegas wordt het heel snel een exporteur. China heeft ook enorme voorraden. Daar kan hetzelfde gebeuren. Door de tsunami-ramp in Japan, waarbij de kerncentrale in Fukushima zwaar werd beschadigd, is Japan veel meer andere brandstoffen gaan gebruiken, zoals LNG. En Duitsland, die als gevolg daarvan alle kerncentrales plotseling stillegde, is overgestapt op steenkool, die juist goedkoop is geworden dankzij de toenemende exploitatie van schaliegas in de Verenigde Staten. Maar steenkool is zwaar vervuilend. Schutrops: “Nu wordt in Duitsland de schone zon- en windenergie fors gesubsidieerd en aan de andere kant wordt er volop steenkool gebruikt, waar de Rotterdamse haven overigens van profiteert. Maar het is wel de wereld op z’n kop!” 

Concurrentie
“Dus Vopak moet continu keuzes maken over welke stoffen het  opslaat en waar. En als je dan bedenkt dat er tussen de aankoop van de grond en het gereed zijn van de terminal, vijf jaar zit, dan begrijp je dat we uiterst zorgvuldig moeten zijn en risico’s lopen. Om dat te spreiden, gaan we nu in opkomende landen veel joint ventures aan. En zijn we worden betrokken bij captive storage, de opslag van stoffen vlakbij de produktieplant.  Zo behouden we de ervaring om goed met de stoffen om te gaan in eigen hand. En krijgt de partner wereldwijde toegang tot onze infra structuur”. 
“Maar vergis je niet! De concurrentie zit ook niet stil.  Ze houden Vopak als marktleider continu in de gaten. Als wij met overheden, of met een klant gesprekken voeren over een locatie, dan blijft dat niet lang geheim. De concurrentie is er dan als de kippen bij, om ons de loef af te steken”.
Ondanks al die uitdagingen en zolang het nog niet mogelijk is om wind- en zonenergie op te slaan, ziet Schutrops de toekomst van Vopak positief in. “Er is nu 6,6 miljoen kuub aan opslagruimte in aanbouw, dus dat geeft aan dat we erin geloven. Verwacht wordt dat de total energy demand in 2035, zelfs gecorrigeerd door effecten van energy effiency programma’s, met 15, maar waarschijnlijk met 30 en misschien wel met 55% toeneemt. Dat komt met name door de groei van de bevolking en de groei van de middenklasse in de opkomende landen. Ze willen ooit een auto en een leven met dezelfde luxe als wij.”

Lobbyen
De uitleg van Schutrops maakt indruk, zo blijkt na afloop van zijn betoog uit de reacties van de toehoorders. Bovendien hebben ze stuk voor stuk adviezen. “Ik denk dat kunststoffen steeds meer zullen worden toegepast. Dus de opslag van chemische stoffen blijft nodig”, zegt Bob de Lijster. “Verder is er altijd behoefte aan energie, maar ik verwacht dat kringloopprocessen steeds belangrijker worden.”

Elias Becker denkt dat gas en chemie voor Vopak belangrijk blijven en dat ze heel alert moeten zijn op de ontwikkeling van bio-fuels en renewables.”Anders mis je de boot”, vindt hij. “Bovendien denk ik dat Vopak wel degelijk invloed kan uitoefenen op de politieke besluitvorming, door veel te lobbyen, zeker binnen de EU. Dan was het misschien anders gelopen met die anti-dumpheffing van goedkope biodiesel uit Indonesië en Argentinië”.  
Studente Maria Costa is het daarmee eens. ”Verder vind ik het erg leuk om een “kijkje in de keuken” te krijgen”. Ze adviseert Vopak water te gaan opslaan. “Want daar is straks een groot tekort aan”.
Joanne Breedveld, werkzaam bij Breedveld Staal uit Krimpen aan den IJssel, meent dat je altijd leert van deze bijeenkomsten. ”Je leent bepaalde dingen voor je eigen bedrijfsvoering, ook al zitten wij in een andere branche. Ik denk dat chemie-opslag nodig blijft, maar Vopak moeten zich meer richten op Afrika en op de opslag van waterstof en aardwarmte. En erbij zijn als de opslag van wind- en zonenergie mogelijk wordt”.  ï»¿

Bioport Challenge bereikt Grande Finale

Ideeën opperen voor een duurzame industrie en haven. Dat was de opdracht van de Bioport Challenge aan young professionals. Na de pressure cookers, het ontwikkelen van een ‘business model canvas’ en de pitches, is het donderdag 3 april 2014 tijd voor de Grande Finale. Ook leden van Jong Havenvereniging zijn hiervoor van harte uitgenodigd.

Naast de final pitches, waarbij de business plannen om de Bioport te ontwikkelen worden gepresenteerd, staan een aantal interessante sprekers op het programma, waaronder Allard Castelein, de nieuwe president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam. De zaal in De Doelen raakt zeker vol, dus wacht niet te lang met aanmelden. Zie voor meer informatie: http://bioportchallenge.nl De toegang is gratis.

Deze competitie is een initiatief van Jong Havenbedrijf, Jong Shell, Jong Vopak, Jong Royal Haskoning DHV en Young Professionals Rotterdam.