Nautische dienstverlening doe je samen
Met 65 ‘leerlingen’ was de Schiezaal van de STC-Group afgeladen vol. De eerste Masterclass van het jaar, op 21 februari, ging dan ook over een aansprekend onderwerp, ‘Maritieme dienstverlening: optimalisatie van de nautische keten in de Rotterdamse haven’. Eén ding was overduidelijk; samen moeten we het doen!
Verslag
Het is de eerste keer voor Herman Broers, voorzitter van het Loodswezen voor de regio Rotterdam-Rijnmond, dat hij voor de klas staat. Hij slingert er meteen een naar eigen zeggen tegeltjeswaardige spreuk in ‘In de Rotterdamse haven wordt niet gepland’. Dat de werkelijkheid echt zo is, blijkt uit zijn verhaal.
Middels een beeldende en schematische presentatie schetst Broers wat er allemaal bij komt kijken wanneer een schip de haven van Rotterdam nadert en binnen vaart. ,,Het is 72 uur van te voren, de ETA (verwachte aankomsttijd) wordt doorgegeven aan de scheepsagent en de Port of Rotterdam. Dan zijn ook de terminal, slepers en roeiers op de hoogte. Het schip komt eraan!’’ Broers vervolgt: ,,Maar dan… vertraging met een ander schip op de terminal. Besloten wordt dat er buiten de haven geankerd wordt. Toch jammer, want het schip had stevig doorgevaren. Iedereen gaat naar bed, behalve de agent natuurlijk, want die wacht op een seintje van de terminal. En dat komt altijd om twee uur ’s nachts,’’ zegt de voorzitter van het Loodswezen lachend.
Vervolgens gaat de loods aan boord, volgens Broers. ,,Maar dan is er weer geen sleepboot beschikbaar. Na vijf uur is dit capaciteitsprobleem opgelost en komt het hele spel tezamen. Dan kan uiteindelijk de agent aan boord en in sommige gevallen ook de inspecteur gevaarlijke goederen.’’ De conclusie van Broers over deze gang van zaken is simpel. ,,Dit is een typisch geval van ‘dit had beter gekund’. Echter komt het dagelijks voor. Het blijft natuurlijk scheepvaart en dat gaat gepaard met veel onzekerheid, maar kunnen we hier wat aan doen?’’
Samen met de ‘klas’ neemt de voorzitter door waar de problemen liggen. Al snel komen er een aantal boven water: zaken worden te laat doorgegeven, er is onvoldoende communicatie, de beschikbaarheid is onbekend en er wordt te kort op elkaar gepland. Meteen wordt ook stap twee gemaakt: wat is er nodig om dit op te lossen? Ook daar heeft de zaal wel een antwoord op. Zo moet er kennis zijn van elkaars planning, de capaciteitsproblemen moeten bekend zijn en er moet een constante update van en voor alle partijen zijn. Broers: ,,Alle partijen in de keten moeten zich bewust worden dat het belangrijk is om informatie te delen. Het resultaat daarvan is dat we een nog succesvollere haven worden. Echter is dit ook een uitdaging, want de haven wordt steeds drukker en de kosten moeten steeds lager zijn, maar het is essentieel dat de haven veilig blijft.’’
In deze woorden kan de tweede spreker zich helemaal vinden. Ook onderschrijft Cees-Willem Koorneef, Manager Inspectie van de Divisie Havenmeester, het door Herman Broers geschetste probleem. Aan het begin van zijn presentatie toont Koorneef een filmpje over informatievoorziening. Hierin draait het om een platform waarin wordt samengewerkt en dat gebaseerd is op vertrouwen. Koorneef: ,, Er zijn zeker verbeteringen te behalen op het sociale vlak. Daarom hebben we vorige week ook de intentieverklaring Schip Centraal ondertekend. Hierin maken verschillende partijen zich sterk om de informatie-uitwisseling in de nautische keten te verbeteren.’’
Zelf pleit Koorneef om ook meer te focussen op de terminal. ,,Die bepaalt immers wanneer een schip klaar is. We moeten naar een publiek planningsbord. Maar mijn vraag aan de ‘klas’ is, is Schip Centraal wel de juiste keuze?’’ De klas oppert onder andere om naar de lading te kijken, maar ook naar de klant en de haven zelf.’’ Mooie conclusies volgens de spreker. ,,Schip Centraal past in het grotere plaatje van de havenvisie 2030 van het Havenbedrijf Rotterdam. Maar volgens mij is één ding heel belangrijk; afspraak is afspraak.’’