Lezing Schutrops maakt indruk
Vopak ondanks snelle veranderingen positief over toekomst
De deelnemers aan de Havenvereniging-excursie naar Koninklijke Vopak, zijn onder de indruk van het bedrijfsrestaurant, waar ze worden ontvangen. Het is modern, maar sfeervol ingericht als een grand café. Er is plek voor het nieuwe werken, voor vergaderen en voor ontspanning. Het is een lunchlocatie voor 450 mensen, maar ook een ruimte waar medewerkers en gasten overdag aan de espressobar terecht kunnen, voor bijvoorbeeld een capuccino en een kleine snack.
Het kantoor van Vopak aan de Westerlaan, dat vroeger toebehoorde aan Van Ommeren, is tussen 2004 en 2012 volledig gerenoveerd, naar een ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau Ector Hoogstad. Het heeft nu twee functies: wonen en werken. Het onderste gedeelte van het complex, bestaande uit een toren en een laagbouwgedeelte, heeft een kantoorbestemming. De oude toren is gerenoveerd en voorzien van een aantal extra verdiepingen en is nu 70 meter hoog. In de bovenste verdiepingen zijn 45 appartementen gerealiseerd. Bovendien is verborgen onder het groen, aan de rand van het Park, een ondergrondse parkeergarage gebouwd.
Rijke historie
Jan Bert Schutrops is vandaag gastheer. De 47-jarige directeur van Vopak Nederland begon in 1990 als management trainee bij Van Ommeren, en was gedurende de eerste elf jaar van zijn carrière in Nederland actief in zeven verschillende functies. Van 2002 tot 2005 werkte hij voor Vopak in Maleisië en van 2005 tot 2010 bij Vopak China. Vier jaar geeft hij nu leiding aan de Vopak divisie Nederland. Hij benadrukt trots te zijn op “zijn” bedrijf.
Hij wandelt eerst door de geschiedenis van het concern. Want het Amsterdamse Blauwhoedenveem, dat in 1616 werd opgericht, is de oermoeder van Vopak. Het bedrijf slaat dan de goederen, die de VOC importeert, op in pakhuizen. Amsterdam is in die tijd de parel van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. De stad telt aan het einde van de 17e eeuw 200.000 inwoners en dat aantal is vergelijkbaar met het inwonertal van steden als Londen, Napels en Parijs. De importantie van Rotterdam is dan een stuk kleiner. Er is wel sprake van groei, nadat Johan van Oldenbarneveldt, eind 16e eeuw, de aanzet heeft gegeven tot de uitbreiding van de haven. Het inwonertal stijgt in de 17e eeuw van 20 naar 50.000. De Rotterdammers van toen, zitten samengepakt tussen de oude wallen van de stad, in de driehoek Coolsingel, Goudsesingel, Nieuwe Maas.
In 1818 wordt in de Maasstad veembedrijf Pakhuismeesteren opgericht, dat goederen opslaat, bewaart een aflevert. Het is lange tijd een concurrent van Blauwhoed. Tot de fusie van beide bedrijven in 1967, waardoor Pakhoed ontstaat.
Grootste ter wereld
Rotterdammer Philippus van Ommeren richt in 1839 het gelijknamige bedrijf op, dat zich ontwikkeld tot specialist in zeescheepvaart, binnenvaart, tankopslag, distributie en als stuwadoor. Het fuseert in 1999 met Pakhoed, waarna het bedrijf verder gaat onder de naam Vopak. Begin deze eeuw stoot Vopak de chemische distributietak en haar schepen af. Vopak specialiseert zich volledig op de tankopslag van vloeibare stoffen, zoals ruwe olie, benzine, diesel, LPG, kerosine en vloeibaar aardgas (LNG), het blenden daarvan en verder de opslag van chemische stoffen, plantaardige olieën en renewables.
Vopak telt momenteel de divisies Azië, China, Noord- en Zuid Amerika, Nederland, Europa, Midden-Oosten en Afrika. Het heeft wereldwijd 79 terminals, met een totale capaciteit van 30 miljoen kubieke meter. Het is hiermee de grootste in zijn branche ter wereld. Nederland maakt wat opslagcapaciteit nog een derde van het Vopak-opslagvolume uit. De oudste nog in gebruik zijnde terminal staat in Vlaardingen en dateert uit 1929. De bezetingsgraad van de terminals is 88%, de omzet 1,3 miljard euro en het EBIT bedraagt 536 miljoen.Het Rotterdamse bedrijf is met name actief op de wereldwijde hublocaties, de plekken waar de internationale handel plaatsvindt.
Hotel
Rotterdam is uiteraard zo’n hub. Dat komt doordat het de tweede bunkerhaven ter wereld is en een belangrijk handelspunt van olie en gas. Russische olie en gas bestemd voor de Aziatische markt gaat via de Rotterdamse haven. Dat komt door “de drempel” in het Skagerak en doordat de Noordelijke zeeën niet bevaarbaar zijn. Het wordt hier verwerkt tot andere olieproducten, of geblend, of als ruwe olie overgepompt in grotere schepen, die door de grote diepgang van de haven, kunnen aanmeren. En de kosten voor transport wegen niet op tegen de investeringen die nodig zijn om dat in Rusland te doen.
Omdat Rotterdam een energie- en handelscentrum van gas, olie- en olieprodukten is, investeerde Vopak samen met Gasunie 900 miljoen euro in de Gate LNG-terminal. Hier wordt vloeibaar gas opgeslagen en het project past in energiestrategie van ons land. De Gateterminal kan Nederland namelijk een jaar lang voorzien van gas. Daarnaast wordt LNG de nieuwe brandstof voor de scheepvaart, als vervanger van het veel vervuilender gasolie. Schutrops: ”Wij zijn te vergelijken met een hotel, we verhuren ruimte. We hebben assets waar we produkten blenden, maar waar schepen ook hun lading kunnen lossen en laden, of kunnen doorvoeren via pijpleidingen, andere zeeschepen, binnenvaart, truck en rail”.
Overcapaciteit
Vopak is een bedrijf met een grote historie, maar ook één met een uitdagende toekomst, houdt Schutrops zijn gehoor voor. Hij vertelt: “Het is namelijk uitgesloten dat we in hetzelfde tempo en hoeveelheid de grondstoffen van moeder aarde kunnen blijven gebruiken. Dat heeft ook forse milieuconsequenties. De wereld moet zich richten op alternatieven en Vopak moet daar op inspelen”.
Maar dat is het niet het enige waar het bedrijf alert op moet zijn benadrukt Schutrops. Hij vervolgt: “We veronderstellen maar dat de trade doorgaat zonder veranderingen. Dat is uiteraard niet zo. De importantie van Europa vermindert. Weliswaar is Rotterdams-Antwerpen range één van de grootste enegieclusters ter wereld en ben ik positief over de toekomst van de Rotterdamse haven”, hoewel Schutrops zich wel afvraagt wat er gaat gebeuren als de ijskappen smelten en de noordelijke routes bevaarbaar worden. Verliest de Rotterdam/Antwerpen-range dan aan importantie?
Schutrops: “Verder kampen de raffinaderijen met een enorme overcapaciteit. Door de crisis, maar ook doordat de vervoermiddelen steeds zuiniger worden. De opslag van die produkten levert Vopak nu geld op, maar als in de toekomst raffinaderijen gaan sluiten, dan gaat Vopak dat voelen”.
“Bovendien” zegt Schutrops, “richten raffinaderijen zich door die ontwikkeling steeds meer op opslag, omdat ze daar meer mee verdienen en zo worden ze dus een concurrent. Zoals oliehandelaar Vitol. Vroeger een grote klant van ons, maar nu eigenaar van tankopslagterminals, omdat het hebben van een goede locatie veel geld waard is bij verkoop. Wij denken echter met de exploitatie van terminals nog steeds meer geld te kunnen verdienen en bovendien zijn we ten opzichte van Vitol in het voordeel, omdat wij als onafhankelijke dienstverlener, echt onpartijdige adviezen aan onze klanten kunnen geven. Wij zijn er namelijk altijd bij gebaat dat het goed gaat met onze klanten. Oliehandelaar Vitol kan daarentegen naast dienstverlener, ook een keiharde concurrent van een klant zijn”.
Locatiekeuze
Schutrops wijst erop dat het vinden van een juiste locatie een kunst blijft en uiterst belangrijk is. Hij zegt: “Vergelijk het met een terras op het San Marcoplein in Venetië. De eerste heeft de perfecte plek in de zon, de laatste zit in de schaduw en loopt pas vol als de andere terrassen vol zitten. En een terminal kun je niet even verhuizen. Net zo min als dat je andere produkten in de tanks kunt opslaan, omdat bijvoorbeeld ruwe olie, hele andere eisen stelt aan de tanks, dan chemische stoffen. Zit je fout met je locatie-keuze, dan verlies je veel geld”.
“Maar daar kunnen ook externe factoren voor verantwoordelijk zijn, zoals politieke besluitvorming, sociale onrust, of bij een conflict tussen landen. Denk bijvoorbeeld aan de spanningen op het Koreaans schiereiland, de Krim en de rest van Oekraïne. De nationalisaties in Venezuela, waar we benadeeld werden. En als bijvoorbeeld de Russische spoorwegen weigeren mee te werken aan een railverbinding vanuit Talin in Estland naar Rusland, dan merken we dat ook. Nog een voorbeeld. De anti-dumpheffing voor goedkope biodiesel uit Argentinië en Indonesië, ingevoerd door de EU om de Franse boeren, die uit raap biodiesel halen, te beschermen. Hierdoor viel de import stil. Onze biodieseltanks staan hierdoor leeg, maar we kunnen en willen daar geen invloed op uitoefenen”.
En daar blijft het volgens Schutrops niet bij. Hoe gaan straks de energiestromen lopen? En hoe lang rijden we nog op diesel en benzine en wat wordt de rol van de renewables? De Verenigde Staten, de grootste economie ter wereld, is sinds mensenheugenis een grote importeur van brandstoffen. Maar dankzij het schaliegas wordt het heel snel een exporteur. China heeft ook enorme voorraden. Daar kan hetzelfde gebeuren. Door de tsunami-ramp in Japan, waarbij de kerncentrale in Fukushima zwaar werd beschadigd, is Japan veel meer andere brandstoffen gaan gebruiken, zoals LNG. En Duitsland, die als gevolg daarvan alle kerncentrales plotseling stillegde, is overgestapt op steenkool, die juist goedkoop is geworden dankzij de toenemende exploitatie van schaliegas in de Verenigde Staten. Maar steenkool is zwaar vervuilend. Schutrops: “Nu wordt in Duitsland de schone zon- en windenergie fors gesubsidieerd en aan de andere kant wordt er volop steenkool gebruikt, waar de Rotterdamse haven overigens van profiteert. Maar het is wel de wereld op z’n kop!”
Concurrentie
“Dus Vopak moet continu keuzes maken over welke stoffen het opslaat en waar. En als je dan bedenkt dat er tussen de aankoop van de grond en het gereed zijn van de terminal, vijf jaar zit, dan begrijp je dat we uiterst zorgvuldig moeten zijn en risico’s lopen. Om dat te spreiden, gaan we nu in opkomende landen veel joint ventures aan. En zijn we worden betrokken bij captive storage, de opslag van stoffen vlakbij de produktieplant. Zo behouden we de ervaring om goed met de stoffen om te gaan in eigen hand. En krijgt de partner wereldwijde toegang tot onze infra structuur”.
“Maar vergis je niet! De concurrentie zit ook niet stil. Ze houden Vopak als marktleider continu in de gaten. Als wij met overheden, of met een klant gesprekken voeren over een locatie, dan blijft dat niet lang geheim. De concurrentie is er dan als de kippen bij, om ons de loef af te steken”.
Ondanks al die uitdagingen en zolang het nog niet mogelijk is om wind- en zonenergie op te slaan, ziet Schutrops de toekomst van Vopak positief in. “Er is nu 6,6 miljoen kuub aan opslagruimte in aanbouw, dus dat geeft aan dat we erin geloven. Verwacht wordt dat de total energy demand in 2035, zelfs gecorrigeerd door effecten van energy effiency programma’s, met 15, maar waarschijnlijk met 30 en misschien wel met 55% toeneemt. Dat komt met name door de groei van de bevolking en de groei van de middenklasse in de opkomende landen. Ze willen ooit een auto en een leven met dezelfde luxe als wij.”
Lobbyen
De uitleg van Schutrops maakt indruk, zo blijkt na afloop van zijn betoog uit de reacties van de toehoorders. Bovendien hebben ze stuk voor stuk adviezen. “Ik denk dat kunststoffen steeds meer zullen worden toegepast. Dus de opslag van chemische stoffen blijft nodig”, zegt Bob de Lijster. “Verder is er altijd behoefte aan energie, maar ik verwacht dat kringloopprocessen steeds belangrijker worden.”
Elias Becker denkt dat gas en chemie voor Vopak belangrijk blijven en dat ze heel alert moeten zijn op de ontwikkeling van bio-fuels en renewables.”Anders mis je de boot”, vindt hij. “Bovendien denk ik dat Vopak wel degelijk invloed kan uitoefenen op de politieke besluitvorming, door veel te lobbyen, zeker binnen de EU. Dan was het misschien anders gelopen met die anti-dumpheffing van goedkope biodiesel uit Indonesië en Argentinië”.
Studente Maria Costa is het daarmee eens. ”Verder vind ik het erg leuk om een “kijkje in de keuken” te krijgen”. Ze adviseert Vopak water te gaan opslaan. “Want daar is straks een groot tekort aan”.
Joanne Breedveld, werkzaam bij Breedveld Staal uit Krimpen aan den IJssel, meent dat je altijd leert van deze bijeenkomsten. ”Je leent bepaalde dingen voor je eigen bedrijfsvoering, ook al zitten wij in een andere branche. Ik denk dat chemie-opslag nodig blijft, maar Vopak moeten zich meer richten op Afrika en op de opslag van waterstof en aardwarmte. En erbij zijn als de opslag van wind- en zonenergie mogelijk wordt”.