Herkomst broodje garnaal
Vissers hikken aan tegen regelgeving Brussel
Het is vroeg, die 29ste augustus. Nog voor achten. Maar dat is op deze mooie dag niet bezwaarlijk. De visafslag in Stellendam ligt er vanaf de buitenkant ogenschijnlijk rustig bij. De schepen liggen te dobberen in het kabbelende water en de opkomende zon verlicht het tafereel feeëriek. Binnen wordt er al vanaf ‘s morgens drie uur hard gewerkt.
Na het lossen van de schepen, die zo’n 100 uur op zee zijn geweest, wordt de vis gesorteerd en gereed gemaakt voor de toekomstige klanten. Elke vissoort is door de Europese Unie namelijk onderverdeeld in verschillende maten en de vis moet voldoen aan een voorgeschreven minimummaat. Een te kleine vis mag niet op de veiling worden verkocht.
De visafslag heeft een eigen ploeg van zo’n 30 mensen dat zich daarmee bezighoudt. Zij hebben een urencontract en zijn oproepbaar. Bovendien loopt er een keurmeester rond die de vis in kwaliteitsklasses indeelt. Voordat de vangst in de haven aankomt heeft het aan boord al een aantal behandelingen ondergaan, zoals het verwijderen van bloed en ingewanden en het schoonspoelen van de vis. Vervolgens wordt de vis in kratten in een koele ruimte op ijs gezet. Oud-visser Jaap Tanis zegt: “Volgens afspraak gaat de te kleine gevangen vis zo snel mogelijk terug naar de zee, waardoor het merendeel van bijvis overleeft. Maar binnen afzienbare tijd moeten we alle gevangen vis meenemen. Wat er dan met de bijvis moet gebeuren is nog onduidelijk. Dat weten ze in Brussel ook nog niet. Maar volgens mij betekent dit de genadeklap voor de visstand in de Noordzee”.
Regelgeving
De vismethodes die door de Stellendamse schepen worden gebruikt zijn staanwant-, boomkor-, flyshoot- twinrig- en sinds kort pulskor-vissen.Het tiental schepen dat momenteel nog de Stellendamse haven aandoet, afkomstig uit Goeree (GO), Ouddorp (OD) en Stellendam (SL) is bij hoog tij binnengevaren. Dat moet omdat ze anders niet door het relatief ondiepe Slijkgat kunnen. De andere tien kotters, die behoren tot de vloot, zijn te groot en hebben andere havens als uitvalsbasis. Ooit bestond de vloot uit vijftig schepen, maar door de hoge olieprijzen, de steeds strakker aangetrokken visquota en de almaar strenger geworden regelgeving heeft vissers doen besluiten te stoppen.
Jaap Tanis is er één van. Hij had vroeger drie schepen varen. Eén daarvan is verkocht en vaart nu in Afrika. Op de overgebleven kotters verdienen nu neven van Jaap hun boterham. Het ene schip vist nog volgens de al tientallen jaren gehanteerde boomkor-methode op schol en tong: 2 visnetten verzwaard met kettingen dat over de bodem sleept. De bodem wordt omgewoeld en de vis komt tevoorschijn. Deze methode is vanaf 2016 verboden omdat het ten koste gaat van de anemonen, schelpdieren en kreeftachtigen. Bovendien zijn er voor het slepen krachtige motoren nodig die veel brandstof verbruiken. Daarom is de Goeree 48 omgebouwd tot een pulskor-kotter en heeft sinds kort een vergunning. Bij deze methode zitten in de netten strengen met elektroden die stroomstootjes afgeven, waardoor de vis tevoorschijn komt en vervolgens wordt gevangen.
Minder brandstof
Tanis: “We zijn de enige in Nederland die de twee methodes toepast, zodat we ze goed met elkaar kunnen vergelijken. Het schip dat nog met wekker-kettingen vist, verbruikt 31.000 liter brandstof per honderd uur en het andere maar 19.000 liter. Ook wordt er met de pulskor-methode duidelijk meer vis gevangen. Daar staat tegenover dat je bij het ene schip rekening moet houden met schade aan de kettingen, maar bij de pulskor-netten met schade aan de strengen. Die strengen kosten € 1200 per stuk en in één net zitten 26 van die strengen. Dus dat betekent een investering van € 400.000”.
“Op dit moment kunnen wij alleen op schol onbeperkt vissen. Maar het quotum, ingesteld om overbevissing tegen te gaan gaat weliswaar omhoog, maar de prijs per kilo daalt. Op tong waar Nederland 80% van de Europese quota heeft, is het quotum al drie jaar achtereen door Brussel met zo’n 10 tot 15 procent verlaagd”.
Schoner
Of het door de quota komt, het kleinere aantal schepen, de strengere milieuwetgeving, als het gaat om lozen van schadelijke stoffen op oppervlakte water, of de komst van veel waterzuiveringsinstallaties. Feit is dat de rivieren en de zee schoner zijn geworden. En hebben geleid tot de terugkeer van vissen als de pieterman, spiering, zonnevis, zeebaars en kreeft. Ook de andere vis lijkt zich er door te herstellen, ervaart Jaap Tanis. In Stellendam wordt verder wekelijks tong, tongschar, schol, rog, kabeljauw, bot, poon, mul, tarbot, garnalen, schelvis en krabbepoten aangevoerd. De poten worden afgebroken en de krab teruggezet in zee, waarna de poten weer aangroeien, zo wordt ons verzekerd.
Tanis: “We hebben in deze periode van het jaar nog nooit zoveel gevangen. Maar een betere vangst betekent niet een hogere opbrengst. Als het quotum is bereikt, moet je namelijk extra ruimte huren van vissers die geen schip meer hebben, maar wel hun quotum hebben behouden. Er wordt momenteel een huurprijs van 3 tot 3,50 euro per kilo tong gevraagd. Terwijl je maar moet afwachten of de tong op de veiling 8 of 9 euro per kilo oplevert”. Wekelijks wordt de opbrengst van het schip, na aftrek van de kosten verdeeld onder de bemanning.
Digitaal
Op vrijdagmorgen vanaf zeven uur wordt in Stellendam de vangst geveild. Sommige handelaren komen de vis in de schouwruimte bekijken en keuren. Op iedere krat ligt een briefje waarop de soort vis, de lengtemaat, het gewicht, de naam van het schip en de vismethode staan vermeld. Ook wordt kwaliteit, die uiteenloopt van E (excellent), A+ (uitmuntend) tot A (goed) aangegeven. Er zijn afnemers die alleen vis van bepaalde kotters kopen, omdat ze weten dat de bemanning zo kundig en gemotiveerd is dat de kwaliteit van de vis altijd goed is. Maar tegenwoordig volgt ongeveer 75 procent van de afnemers de veiling digitaal vanuit huis of kantoor.
Stellendam is van oudsher beroemd om zijn garnalen, die worden gevangen met het principe van de boomkorvisserij, maar met een minder zwaar vistuig, waardoor er niet of nauwelijks sprake is van bodemberoering. Vroeger werden de aan boord gekookte garnalen nog in het dorp gepeld. Maar het aantal pellers nam af, waardoor de bedrijfstak werd gedwongen het pellen uit te besteden. Dat gebeurt nu in moderne streng gecontroleerde ruimtes in Marokko, door soms wel 2.000 vrouwen per pelhal. Omslachtig wellicht maar een pelmachine gebruikt zoveel water dat het ten koste van de smaak gaat en de opbrengst van het handmatig pellen is groter dan met machinaal pellen. De garnalen zijn in totaal vier dagen onderweg. Daarna liggen ze pas in de winkel. Deze werkwijze maakt de Hollandse garnaal voor de consument wel duurder.
Enthousiasme
Jaap Tanis is samen met Bram Breederveld excursieleider die ochtend. En ze ontvangen de leden van de Havenvereniging in restaurant de Zeemeeuw. Het duo doet dit iedere vrijdagmorgen tussen begin mei en eind oktober. De bezoeker wordt 2,5 uur rondgeleid langs de sorteerruimte, de schouwruimte, de aanwezige kotters, de coöperatieve winkel, die eigendom is van de gezamenlijke vissers en waar zij alle benodigde spullen kunnen kopen. En ze maken kennis met de plek waar de netten worden gemaakt en gerepareerd. Daarnaast krijgen ze een filmpje te zien over het leven aan boord.
De excursie viel bij de leden van de Havenvereniging duidelijk in de smaak. Met name de kundigheid en het enthousiasme van beide excursieleiders werd geprezen. Bovendien werd er druk gebruikt gemaakt van het zelf pellen van de garnalen en het proeven van de lekkernij, die direct van boord kwam. En als uitsmijter kregen de deelnemers een broodje met ook garnalen. 
Zie ook het fotoverslag op de homepage (onderaan de pagina).