Bioport Challenge bereikt Grande Finale

Ideeën opperen voor een duurzame industrie en haven. Dat was de opdracht van de Bioport Challenge aan young professionals. Na de pressure cookers, het ontwikkelen van een ‘business model canvas’ en de pitches, is het donderdag 3 april 2014 tijd voor de Grande Finale. Ook leden van Jong Havenvereniging zijn hiervoor van harte uitgenodigd.

Naast de final pitches, waarbij de business plannen om de Bioport te ontwikkelen worden gepresenteerd, staan een aantal interessante sprekers op het programma, waaronder Allard Castelein, de nieuwe president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam. De zaal in De Doelen raakt zeker vol, dus wacht niet te lang met aanmelden. Zie voor meer informatie: http://bioportchallenge.nl De toegang is gratis.

Deze competitie is een initiatief van Jong Havenbedrijf, Jong Shell, Jong Vopak, Jong Royal Haskoning DHV en Young Professionals Rotterdam.

Word buddy bij Rot.Jong!

Rot.Jong draagt een steentje om de jeugdwerklozen in Rotterdam te steunen en te motiveren bij het vinden van een baan die bij hen past. Daarbij mag de haven als potentiële werkplek niet ontbreken. Vind jij het leuk om je ervaringen te delen en advies te geven? Meld je dan aan als buddy en doe mee aan het Buddy-event op 11 april 2014.

Deze dag, vanaf 15.00 uur, gaan zo’n 100 werkloze jongeren en even zoveel buddy’s aan boord van een Spido schip, dat wordt gesponsord door het Havenbedrijf Rotterdam. Tijdens deze tocht door de Rotterdamse haven leren de werklozen en buddy’s elkaar kennen en wordt een pad voor het buddy-traject uitgestippeld. Na het event is het de bedoeling dat ieder duo elkaar iedere maand spreekt gedurende zes maanden. Op deze manier helpt de buddy de werkzoekende jongere écht. Aansluitend aan de boottocht opent burgemeester Aboutaleb een netwerkborrel in het splinternieuwe gebouw De Rotterdam. Hier wordt tevens een inspirerend succesverhaal gepresenteerd.

Inmiddels hebben ongeveer 100 werkzoekende jongeren zich aangemeld. Echter is Rot.Jong nog op zoek naar enkele buddy’s. Ben jij sociaal vaardig, verbaal krachtig en resultaat- en doelgericht? En zie je deze taak als een leuke uitdaging? Check dan snel de flyer en meld je aan voor het Rot.Jong Buddy-event, door een e-mail te sturen naar info@rotjong.nu.

Historische dag op Van Ghentkazerne

“We maken een historische dag mee”

Van Ghentkazerne blijft open, feeststemming tijdens bezoek 

“Dit is een bijzondere dag voor ons. Ik ben erg blij dat de Van Ghentkazerne met zijn Mariniers Opleidingscentrum open blijft, vooral ook voor de mensen die hier werken. Er is nu duidelijkheid”. 

Dat zegt een opgeluchte luitenant-kolonel der mariniers Wil Briggen, nauwelijks anderhalf uur nadat op het kazerneterrein een akkoord is ondertekend waarin het voortbestaan van de Van Ghentkazerne voor de komende 25 jaar wordt geregeld. Minister Opstelten van Justitie en Veiligheid, minister Hennis van Defensie, commandant van de Zeestrijdkrachten Borsboom  en burgemeester Aboutaleb wisten elkaar te vinden. Een onverwacht akkoord want het zag er lange tijd naar uit dat de Van Ghentkazerne zou sneuvelen door de bezuinigingsoperatie bij Defensie, en uiteindelijk, net als de kazerne in Soest, zou moeten naar verhuizen naar nieuwbouw in Vlissingen. 

Goedkoper

Maar doordat de gemeente Rotterdam, de Veiligheidsregio en het ministerie van Veiligheid en Justitie medegebruikers worden en hiervoor een vergoeding betalen, werd de kazerne gered. Bovendien bleek deze oplossing goedkoper dan verhuizen naar Vlissingen. Het medegebruik omvat opleidingsfaciliteiten voor politie, brandweer, ambulance, gemeentelijke stadswachten en toezichtpersoneel van de RET.

Briggen: “Rotterdam zonder mariniers zou in feite ondenkbaar zijn geweest, maar het had zo maar kunnen gebeuren. We zijn echt langs de afgrond gegaan. De basis voor dit akkoord is gelegd door de gemeente Rotterdam en in het bijzonder burgemeester Aboutaleb. Hij heeft als voorzitter van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond het voortouw genomen en gelobbyd in politiek Den Haag”.  

Details uitwerken

Het sleutelwoord voor de toekomst is samenwerking en dat bespaart de belastingbetaler veel geld. Wil Briggen geeft een aantal voorbeelden:

“Zo was er op dit terrein een nieuwe oefenruimte voor de Marinierskapel gepland. Ze gaan nu repeteren in een gebouw dat eigendom is van de gemeente Rotterdam. Sportfaciliteiten zouden voortaan ook door de politie en brandweer kunnen worden gebruikt. En bij de besteding van de dertig miljoen euro, die de komende 25 jaar beschikbaar is om de Van Ghentkazerne weer up tot date maken, kijken we bij de plannenmakerij niet meer alleen naar onszelf, maar ook naar de mogelijkheden voor de andere partners. We gaan nu de details uitwerken om de samenwerking te optimaliseren”.

Ook zullen de mariniers meer oefenen in de Rotterdamse regio, inclusief de haven. Verwacht wordt dat dit preventief werkt. Geen verkeerde gedachte want de mariniers hebben nog steeds het imago van onoverwinnelijkheid en onverzettelijkheid. De basis daarvan wordt gelegd bij de uiterst zware opleiding.

Briggen: Tijdens de opleiding valt ongeveer vijftig procent af. Maar zij die het redden kunnen zonder overdrijving de beste mariniers ter wereld worden genoemd”.

Blindelings

Verder stelt het korps hoge eisen aan samenwerking en teamspirit. Die korpsgeest vindt haar basis in de 3 vaste Korpswaarden: kracht, verbondenheid en toewijding. Vanaf het moment dat de jonge marinier zich meldt worden deze kernwaarden met de paplepel ingegoten. Zo worden mariniers gevormd, die in teams kunnen werken, waarin ze blindelings op elkaar moeten kunnen vertrouwen.

Mariniers zijn gespecialiseerd in het uitvoeren van amfibische operaties met landingsvaartuigen vanuit zee. En bijzondere operaties landinwaarts met lichte infanterie-eenheden. De marinierseenheden zijn voor langere duur inzetbaar, onder alle klimatologische en geografische omstandigheden. De opleidingen en trainingen vinden daarom plaats op de grens van land en water en in de bergen. Maar ook bij extreem koud weer, in de jungle, in de woestijn, in verstedelijkte gebieden en rivierdelta’s.

Het Nederlandse Korps Mariniers bestaat uit ongeveer 2.300 mannen. De meeste operationele eenheden zijn ondergebracht bij het Mariniers Trainings Commando in Doorn, dat in de toekomst verhuist naar een nieuwe kazerne in Vlissingen en verder zijn er kazernes op Texel en Den Helder, waar de Commando Zeestrijdkrachten haar hoofdkwartier heeft. In Rotterdam werken 177 vaste medewerkers en zijn 600 tot 800 jongeren in opleiding.

Enthousiasme

In 1939, het jaar dat Havenvereniging werd opgericht, ging de eerste spade voor de Van Ghentkazerne de grond in. En 75 jaar later vielen de deelnemers aan de Havenvereniging-excursie naar de kazerne, met als voornaamste onderwerp; de strijd tegen de piraterij, met de neus in de boter. De stemming was opperbest en dat had ook een positieve invloed op de lezingen. Want die werden met veel enthousiasme en humor gegeven.

Luitenant-kolonel Briggen nam de bezoekers mee terug naar de tijd, waarin het Korps Mariniers ontstond. Maximilian van Oostenrijk gaf in 1488 de eerste zet en het Korps werd daadwerkelijk opgericht in 1665 door de Witt en De Ruijter, volgend jaar dus 350 jaar geleden. Tromp, Kortenaer, Heijn en Van Nes zijn andere illustere namen uit de historie. Joseph van Gent was de eerste commandant. Opvallend is dat de taken van de mariniers toen en nu voor een deel nauwelijks verschillen. Toen hield men zich al bezig met bescherming van de handel en de beveiliging van de rivieren, werd er bijstand verleend aan het burgerlijk gezag als dat nodig was en was er een ceremoniële taak. Nu zijn de plichten niet veel anders.

Tereur

Terreurbestrijding is een actuele functie van de Unit Interventie Mariniers (UIM). Zij beëindigen in Nederland grootschalige en moeilijke terreursituaties. Bijvoorbeeld een vliegtuigkaping of een grote gijzelsituatie.

De UIM werkt samen met de Koninklijke Marechaussee, de Dienst Speciale Interventies en het ministerie van Justitie.

Daarnaast zijn er veel internationale taken. Er wordt in NAVO-verband meegewerkt aan tal van vredes-, handhavings- en humanitaire operaties, zoals bescherming van transporten in het kader van het Wereldvoedselprogramma in het door piraten geteisterde Somalië. Ze begeleiden ook Nederlandse koopvaardijschepen in dat gebied. En de mariniers beveiligen samen met vlooteenheden scheepvaartroutes, havens en het grondgebied van de NAVO-landen. De Nederlandse operaties tegen de piraterij begonnen in 2008. De deelname is door het kabinet gegarandeerd tot eind 2014.

Piraterij

De internationale piraterijbestrijding werpt volgens schout bij nacht Ben Bekkering vruchten af. Hij was commandant op de schepen Van Heemskerk en Johan de Witt en van een NAVO-eskader.

Bekkering: “Sinds 2011 is het aantal gekaapte schepen in de Golf van Aden en het Somalische Bassin sterk gedaald”.

De manier van aanpak is in de loop der tijd veranderd. Vroeger werden de kleine piratenbootjes onderschept en de bemanning opgepakt, waarna ze vaak door allerlei juridische beperkingen op het strand weer vrij gelaten moesten worden”.

De repressieve aanpak is langzaam geëvolueerd naar een preventieve en vervolgens naar een proactieve aanpak. Er is de afgelopen periode vooral contact gezocht met de kustbevolking. Want volgens Bekkering zitten zij ook niet te wachten op de piraterij.

Bekkering: ”In het begin was er wellicht sprake van het Robin Hood-effect. Piraten die stelen van de rijken het geven aan de armen. Maar dat was snel voorbij. Er gaat nu niets van de piraten-opbrengst naar de bevolking. Piraterij is uitgegroeid tot een onderdeel van de georganiseerde misdaad, die de bevolking schade en overlast berokkent. De piraterij is ook niet ontstaan doordat de viswateren voor Somalië werden leeggeroofd door grote Westerse trawlers. Er is een overvloed aan vis en Somaliërs beschouwen vis als iets voor de armen. Het merendeel is veehouder”.

Lokale leiders

“Het ontbreken van goed onderwijs,  gezondheidszorg, het verzilten van waterputten en het onder water lopen van generatoren, zijn de grootste dagelijkse zorgen van de bevolking. Los je dit op dan ben je belangrijke stap verder.

De internationale gemeenschap heeft destijds geëist dat er verkiezingen zouden worden gehouden. In de praktijk blijkt echter, dat de gekozen president zeggenschap heeft over een gebied van hoogstens vier voetbalvelden groot”.

“In de rest van het land overheerst de clan-cultuur en heb je te maken met lokale leiders. Toen we contact zochten met de bevolking om uit te leggen waarom we hier zijn en dat die grijze schepen niet alleen schieten, moesten we eerst overleggen met hen en de dorpsoudsten. Om in contact te komen met de rest van de bevolking kwamen op het idee om een landingsvaartuig als ziekenboeg in te richten, met in het midden een  vergadertafel waar we ’s morgens spraken met de leiders. ’s Middags hielden we er medisch spreekuur. Niet structureel, want daar zijn we niet op toegerust, maar honderden mensen, met name vrouwen en kinderen hebben hier gebruik van gemaakt. De belangrijkste klachten waren diarree en uitdroging. En op die manier wonnen we langzaam vertrouwen en kwam er informatie los”.

Kapen

“Zo kwamen we te weten dat de piraten steeds andere tactieken gebruikten om buiten ons bereik te blijven. In het begin leefden ze in kampen, maar die waren, nadat we kwamen, snel leeg. Ze eisten huizen op en hielden zich schuil onder de bevolking. Ze vielen geen schepen meer aan met kleine bootjes. Ze kaapten grotere vissersschepen, gijzelden de bemanning en tilden vervolgens hun aanvalsrif aan boord. Zo konden ze honderden kilometers buiten de kust koopvaardijschepen benaderen, zonder dat dit argwaan wekte”.

“Door gebruik te maken van onbemande vliegtuigjes van de Landmacht wisten waar we de piraten zaten, maar veel konden we niet ondernemen omdat ze daar ook bemanningsleden van de gekaapte schepen gevangen hielden”.

Zijn ervaringen en aanpak heeft Ben Bekkering destijds verwerkt in een rapport aan het hoofdkwartier. “Ik vind het plezierig dat onze methode is overgenomen door andere landen, want alleen een gezamenlijke internationale aanpak op militair, humanitair, strafrechtelijk, diplomatiek en economisch gebied werkt echt!”, besluit Bekkering.

Fantastisch

De “Nederlandse aanpak” wordt door de toehoorders geapprecieerd, zo blijkt na afloop.”Het was heel leerzaam. Ik wist niet dat er op deze manier werd gewerkt. Een goede zaak en effectiever dan de harde aanpak”, zegt Hans Molenkamp.

Maar het gesprek van de avond is toch wel de redding van de kazerne. Die wordt door alle aanwezigen als positief ervaren, ook door Leen van der Waal: ”Fantastisch wat burgemeester Aboutaleb heeft gedaan. Die man is behoorlijk in mijn achting gestegen. We maken hier een historische dag mee, en dat geeft me een goed gevoel”

En aangezien de Indische rijsttafel en de borrel prima in de smaak vallen, gaat iedereen met een tevreden gevoel naar huis.